Psalmen 2:11
Dient den HEERE met vreze, en verheugt u met beving.
Filippenzen 2:12
Alzo dan, mijn geliefden, gelijk gij te allen tijd gehoorzaam geweest zijt, niet als in mijn tegenwoordigheid alleen, maar veelmeer nu in mijn afwezen, werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven;
Psalmen 89:7
God is grotelijks geducht in den raad der heiligen, en vreselijk boven allen, die rondom Hem zijn.
Psalmen 95:1-8
Komt, laat ons den HEERE vrolijk zingen; laat ons juichen den Rotssteen onzes heils.
Psalmen 97:1
De HEERE regeert, de aarde verheuge zich; dat veel eilanden zich verblijden.
Psalmen 99:1
De HEERE regeert, dat de volken beven; Hij zit tussen de cherubim; de aarde bewege zich.
Psalmen 119:119-120
Gij doet alle goddelozen der aarde weg als schuim, daarom heb ik Uw getuigenissen lief.
Hebreeën 4:1-2
Laat ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan nagelaten zijnde, iemand van u schijne achtergebleven te zijn.
Hebreeën 12:25
Ziet toe, dat gij Dien, Die spreekt, niet verwerpt; want indien dezen niet zijn ontvloden, die dengene verwierpen, welke op aarde Goddelijke antwoorden gaf, veelmeer zullen wij niet ontvlieden, zo wij ons van Dien afkeren, Die van de hemelen is;
Hebreeën 12:28-29
Daarom, alzo wij een onbewegelijk Koninkrijk ontvangen, laat ons de genade vast houden, door dewelke wij welbehagelijk Gode mogen dienen, met eerbied en godvruchtigheid.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd