Psalmen 22:23
Gij, die den HEERE vreest! prijst Hem; al gij zaad van Jakob! vereert Hem; en ontziet u voor Hem, al gij zaad van Israel!
Psalmen 135:19-20
Gij huis Israels! looft den HEERE; gij huis Aarons! looft den HEERE.
Psalmen 50:23
Wie dankoffert, die zal Mij eren; en wie zijn weg wel aanstelt, dien zal Ik Gods heil doen zien.
1 Kronieken 16:8-13
Looft den HEERE, roept Zijn Naam aan, maakt Zijn daden bekend onder de volken.
Psalmen 22:30
Het zaad zal Hem dienen; het zal den HEERE aangeschreven worden tot in geslachten.
Psalmen 33:8
Laat de ganse aarde voor den HEERE vrezen; laat alle inwoners van de wereld voor Hem schrikken.
Psalmen 86:12
Heere, mijn God! ik zal U met mijn ganse hart loven, en ik zal Uw Naam eren in eeuwigheid;
Psalmen 105:3-7
Roemt u in den Naam Zijner heiligheid; het hart dergenen, die den HEERE zoeken, verblijde zich.
Psalmen 106:5
Opdat ik aanschouwe het goede Uwer uitverkorenen; opdat ik mij verblijde met de blijdschap Uws volks; opdat ik mij beroeme met Uw erfdeel.
Psalmen 107:1-2
Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Psalmen 115:11
Gijlieden, die den HEERE vreest! vertrouwt op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild.
Psalmen 115:13
Hij zal zegenen, die den HEERE vrezen, de kleinen met de groten.
Psalmen 145:19
Resch. Hij doet het welbehagen dergenen, die Hem vrezen, en Hij hoort hun geroep, en verlost hen.
Jesaja 25:3
Daarom zal U een machtig volk eren, de stad der tirannische volken zal U vrezen.
Lukas 1:50
En Zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht over degenen, die Hem vrezen.
Lukas 2:20
En de herders keerde wederom, verheerlijkende en prijzende God over alles, wat zij gehoord en gezien hadden, gelijk tot hen gesproken was.
1 Corinthiërs 6:19-20
Of weet gij niet, dat ulieder lichaam een tempel is van den Heiligen Geest, Die in u is, Dien gij van God hebt, en dat gij uws zelfs niet zijt?
1 Corinthiërs 10:31
Hetzij dan dat gijlieden eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het al ter ere Gods.
Openbaring 15:4
Wie zou U niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? Want Gij zijt alleen heilig; want alle volken zullen komen, en voor U aanbidden; want Uw oordelen zijn openbaar geworden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd