Psalmen 27:11

HEERE! leer mij Uw weg, en leid mij in het rechte pad, om mijner verspieders wil.

Psalmen 5:8

HEERE! Leid mij in Uw gerechtigheid, om mijner verspieders wil; richt Uw weg voor mijn aangezicht.

Psalmen 86:11

Leer mij, HEERE! Uw weg; ik zal in Uw waarheid wandelen; verenig mijn hart tot de vreze Uws Naams.

Psalmen 26:12

Mijn voet staat op effen baan; ik zal den HEERE loven in de vergaderingen.

Psalmen 25:4-5

Daleth. HEERE! maak mij Uw wegen bekend, leer mij Uw paden.

Psalmen 25:9

Jod. Hij zal de zachtmoedigen leiden in het recht, en Hij zal den zachtmoedigen Zijn weg leren.

Psalmen 25:12

Mem. Wie is de man, die den HEERE vreest? Hij zal hem onderwijzen in den weg, dien hij zal hebben te verkiezen.

Psalmen 54:5

Hij zal dit kwaad mijn verspieders vergelden; roei hen uit door Uw waarheid.

Psalmen 56:5-6

Den gansen dag verdraaien zij mijn woorden; al hun gedachten zijn tegen mij ten kwade.

Psalmen 64:6

Zij doorzoeken allerlei schalkheid; ten uiterste doorzoeken zij, wat te doorzoeken is; zelfs het binnenste eens mans, en het diepe hart.

Psalmen 119:10

Ik zoek U met mijn gehele hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen.

Psalmen 143:8-10

Doe mij Uw goedertierenheid in den morgenstond horen, want ik betrouw op U; maak mij bekend den weg, dien ik te gaan heb, want ik hef mijn ziel tot U op.

Spreuken 2:6-9

Want de HEERE geeft wijsheid; uit Zijn mond komt kennis en verstand.

Spreuken 8:9

Zij zijn alle recht voor dengene, die verstandig is, en rechtmatig voor degenen, die wetenschap vinden.

Spreuken 15:19

De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand.

Jesaja 30:20-21

De Heere zal ulieden wel brood der benauwdheid, en wateren der verdrukking geven; maar uw leraars zullen niet meer als met vleugelen wegvliegen, maar uw ogen zullen uw leraars zien;

Jesaja 35:8

En aldaar zal een verheven baan en een weg zijn, welke de heilige weg zal genaamd worden; de onreine zal er niet doorgaan, maar hij zal voor deze zijn; die dezen weg wandelt, zelfs de dwazen zullen niet dwalen.

Jeremia 20:10

Want ik heb gehoord de naspraak van velen, van Magor-missabib, zeggende: Geef ons te kennen, en wij zullen het te kennen geven; al mijn vredegenoten nemen acht op mijn hinking; zij zeggen: Misschien zal hij overreed worden, dan zullen wij hem overmogen, en onze wraak van hem nemen.

Daniël 6:4-5

Toen overtrof deze Daniel die vorsten en die stadhouders, daarom dat een voortreffelijke geest in hem was; en de koning dacht hem te stellen over het gehele koninkrijk.

Lukas 3:4-6

Gelijk geschreven is in het boek der woorden van Jesaja, den profeet, zeggende: De stem des roependen in de woestijn: Bereidt den weg des Heeren, maakt Zijn paden recht!

Lukas 20:20

En zij namen Hem waar, en zonden verspieders uit, die zichzelven veinsden rechtvaardig te zijn; opdat zij Hem in Zijn rede vangen mochten, om Hem aan de heerschappij en de macht des stadhouders over te leveren.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain