Psalmen 29:2

Geeft den HEERE de eer Zijns Naams, aanbidt den HEERE in de heerlijkheid des heiligdoms.

2 Kronieken 20:21

Hij nu beraadslaagde zich met het volk, en hij stelde den HEERE zangers, die de heilige Majesteit prijzen zouden, voor de toegerusten uitgaande en zeggende: Looft den HEERE, want Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid!

Psalmen 90:17

En de liefelijkheid des HEEREN, onzes Gods; zij over ons; en bevestig Gij het werk onzer handen over ons, ja, het werk onzer handen, bevestig dat.

1 Kronieken 16:28-29

Geeft den HEERE, gij, geslachten der volken, geeft den HEERE eer en sterkte.

Psalmen 27:4

Een ding heb ik van den HEERE begeerd, dat zal ik zoeken: dat ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des HEEREN, om de liefelijkheid des HEEREN te aanschouwen, en te onderzoeken in Zijn tempel.

Psalmen 96:6

Majesteit en heerlijkheid zijn voor Zijn aangezicht, sterkte en sieraad in Zijn heiligdom.

Psalmen 96:8-9

Geeft den HEERE de eer Zijns Naams; brengt offer, en komt in Zijn voorhoven.

Psalmen 97:9

Want Gij, HEERE! zijt de Allerhoogste over de gehele aarde; Gij zijt zeer hoog verheven boven alle goden.

Psalmen 110:3

Uw volk zal zeer gewillig zijn op den dag Uwer heirkracht, in heilig sieraad; uit de baarmoeder des dageraads zal U de dauw Uwer jeugd zijn.

Psalmen 113:3-6

Van den opgang der zon af tot haar nedergang, zij de Naam des HEEREN geloofd.

Psalmen 145:3-7

Gimel. De HEERE is groot en zeer te prijzen, en Zijn grootheid is ondoorgrondelijk.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain