5 Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide: Ik zal belijdenis van mijn overtredingen doen voor den HEERE; en Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonde. Sela.
5 I acknowledged my sin to You,And my iniquity I did not hide;I said, “I will confess my transgressions to the Lord”;And You forgave the guilt of my sin. Selah.
9 Weest niet gelijk een paard, gelijk een muilezel, hetwelk geen verstand heeft, welks muil men breidelt met toom en gebit, opdat het tot u niet genake.
9 Do not be as the horse or as the mule which have no understanding,Whose trappings include bit and bridle to hold them in check,Otherwise they will not come near to you.