Psalmen 34:11

Lamed. Komt, gij, kinderen! hoort naar mij! ik zal u des HEEREN vreze leren.

Psalmen 32:8

Ik zal u onderwijzen, en u leren van den weg, dien gij gaan zult; Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn.

Psalmen 111:10

Resch. De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid; Schin. allen, die ze doen, hebben goed verstand; Thau. Zijn lof bestaat tot in der eeuwigheid.

Spreuken 1:7

De vrees des HEEREN is het beginsel der wetenschap; de dwazen verachten wijsheid en tucht.

Psalmen 66:16

Komt, hoort toe, o allen gij, die God vreest, en ik zal vertellen, wat Hij aan mijn ziel gedaan heeft.

Spreuken 2:1-9

Mijn zoon! zo gij mijn redenen aanneemt, en mijn geboden bij u weglegt;

Spreuken 4:1

Hoort, gij kinderen! de tucht des vaders, en merkt op, om verstand te weten.

Spreuken 7:24

Nu dan, kinderen, hoort naar mij, en luistert naar de redenen mijns monds.

Spreuken 8:17

Ik heb lief, die Mij liefhebben; en die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden.

Spreuken 8:32

Nu dan, kinderen! hoort naar Mij; want welgelukzalig zijn zij, die Mijn wegen bewaren.

Spreuken 22:6

Leer den jongen de eerste beginselen naar den eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken.

Prediker 11:9-1

Verblijd u, o jongeling! in uw jeugd, en laat uw hart zich vermaken in de dagen uwer jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten, en in de aanschouwingen uwer ogen; maar weet, dat God, om al deze dingen, u zal doen komen voor het gericht.

Jesaja 28:9

Wien zou Hij dan de kennis leren, en wien zou Hij het gehoorde te verstaan geven? Den gespeenden van de melk, den afgetrokkenen van de borsten?

Mattheüs 18:2-4

En Jezus een kindeken tot Zich geroepen hebbende, stelde dat in het midden van hen;

Markus 10:14-16

Maar Jezus, dat ziende, nam het zeer kwalijk, en zeide tot hen: Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods.

Johannes 13:33

Kinderkens, nog een kleinen tijd ben Ik bij u. Gij zult Mij zoeken, en gelijk Ik den Joden gezegd heb: Waar Ik heenga, kunt gij niet komen; alzo zeg Ik ulieden nu ook.

2 Timotheüs 3:15

En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd