Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Al mijn beenderen zullen zeggen: HEERE, wie is U gelijk! U, Die den ellendige redt van dien, die sterker is dan hij, en den ellendige en nooddruftige van zijn berover.

New American Standard Bible

All my bones will say, "LORD, who is like You, Who delivers the afflicted from him who is too strong for him, And the afflicted and the needy from him who robs him?"

Kruisreferenties

Exodus 15:11

O HEERE! wie is als Gij onder de goden? wie is als Gij, verheerlijkt in heiligheid, vreselijk in lofzangen, doende wonder?

Psalmen 18:17

Hij verloste mij van mijn sterken vijand, en van mijn haters, omdat zij machtiger waren dan ik.

Psalmen 51:8

Doe mij vreugde en blijdschap horen; dat de beenderen zich verheugen, die Gij verbrijzeld hebt.

Psalmen 86:8

Onder de goden is niemand U gelijk, Heere! en er zijn geen gelijk Uw werken.

Psalmen 71:19

Ook is Uw gerechtigheid, o God, tot in de hoogte; Gij, Die grote dingen gedaan hebt; o God! wie is U gelijk?

Job 5:15-16

Maar Hij verlost den behoeftige van het zwaard, van hun mond, en van de hand des sterken.

Job 33:19-25

Ook wordt hij gestraft met smart op zijn leger, en de sterke menigte zijner beenderen;

Psalmen 10:14

Gij ziet het immers; want Gij aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men het in Uw hand geve; op U verlaat zich de arme, Gij zijt geweest een Helper van den wees.

Psalmen 22:14

Ik ben uitgestort als water, en al mijn beenderen hebben zich vaneen gescheiden; mijn hart is als was, het is gesmolten in het midden mijns ingewands.

Psalmen 22:24

Want Hij heeft niet veracht, noch verfoeid de verdrukking des verdrukten, noch Zijn aangezicht voor hem verborgen; maar Hij heeft gehoord, als die tot Hem riep.

Psalmen 32:3

Toen ik zweeg, werden mijn beenderen verouderd, in mijn brullen den gansen dag.

Psalmen 34:6

Zain. Deze ellendige riep, en de HEERE hoorde; en Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden.

Psalmen 34:20

Schin. Hij bewaart al zijn beenderen; niet een van die wordt gebroken.

Psalmen 37:14

Cheth. De goddelozen hebben het zwaard uitgetrokken, en hun boog gespannen, om den ellendige en nooddruftige neder te vellen, om te slachten, die oprecht van weg zijn.

Psalmen 38:3

Er is niets geheels in mijn vlees, vanwege Uw gramschap; er is geen vrede in mijn beenderen, vanwege mijn zonde.

Psalmen 69:33

Want de HEERE hoort de nooddruftigen, en Hij veracht Zijn gevangenen niet.

Psalmen 89:6-8

Want wie mag in den hemel tegen den HEERE geschat worden? Wie is den HEERE gelijk, onder de kinderen der sterken?

Psalmen 102:3

Want mijn dagen zijn vergaan als rook, en mijn gebeenten zijn uitgebrand als een haard.

Psalmen 102:17-20

Zich gewend zal hebben tot het gebed desgenen, die gans ontbloot is, en niet versmaad hebben hunlieder gebed;

Psalmen 109:31

Want Hij zal den nooddruftige ter rechterhand staan, om hem te verlossen van degenen, die zijn ziel veroordelen.

Psalmen 140:12

Ik weet, dat de HEERE de rechtzaak des ellendigen, en het recht der nooddruftigen zal uitvoeren.

Spreuken 22:22-23

Beroof den arme niet, omdat hij arm is; en verbrijzel den ellendige niet in de poort.

Jesaja 40:18

Bij wien dan zult gij God vergelijken, of wat gelijkenis zult gij op Hem toepassen?

Jesaja 40:25

Bij wien dan zult gijlieden Mij vergelijken, dien Ik gelijk zij? zegt de Heilige.

Jeremia 10:7

Wie zou U niet vrezen, Gij Koning der heidenen? Want het komt U toe; omdat toch onder alle wijzen der heidenen, en in hun ganse koninkrijk, niemand U gelijk is.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org