14 Cheth. De goddelozen hebben het zwaard uitgetrokken, en hun boog gespannen, om den ellendige en nooddruftige neder te vellen, om te slachten, die oprecht van weg zijn.
14 The wicked have drawn the sword and bent their bowTo cast down the afflicted and the needy,To slay those who are upright in conduct.
28 Want de HEERE heeft het recht lief, en zal Zijn gunstgenoten niet verlaten; in eeuwigheid worden zij bewaard; maar het zaad der goddelozen wordt uitgeroeid.
28 For the Lord loves justiceAnd does not forsake His godly ones;They are preserved forever,But the descendants of the wicked will be cut off.