Psalmen 37:13

De Heere belacht hem, want Hij ziet, dat zijn dag komt.

Psalmen 2:4

Die in den hemel woont, zal lachen; de HEERE zal hen bespotten.

1 Samuël 26:10

Verder zeide David: Zo waarachtig als de HEERE leeft, de HEERE zal hem slaan, of zijn dag zal komen, dat hij zal sterven, of hij zal in een strijd trekken, dat hij omkome.

Spreuken 1:26

Zo zal Ik ook in ulieder verderf lachen; Ik zal spotten, wanneer uw vreze komt.

Job 18:20

Over zijn dag zullen de nakomelingen verbaasd zijn, en de ouden met schrik bevangen worden.

Jeremia 50:27

Doodt met het zwaard al haar varren, laat ze afgaan ter slachting; wee over hen, want hun dag is gekomen, de tijd hunner bezoeking!

Ezechiël 21:25

En gij, o onheilig, goddeloos vorst van Israel, wiens dag komen zal, ten tijde der uiterste ongerechtigheid;

Ezechiël 21:29

Terwijl zij u ijdelheid zien, terwijl zij u leugen voorzeggen, om u op de halzen te stellen dergenen, die van de goddelozen verslagen zijn, welker dag gekomen was ten tijde der uiterste ongerechtigheid.

Daniël 5:26

Dit is de uitlegging dezer woorden: MENE; God heeft uw koninkrijk geteld, en Hij heeft het voleind.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain