Psalmen 38:14

Ja, ik ben als een man, die niet hoort, en in wiens mond geen tegenredenen zijn.

Amos 5:13

Daarom zal de verstandige te dier tijd zwijgen, want het zal een boze tijd zijn.

Micha 7:5

Gelooft een vriend niet, vertrouwt niet op een voornaamsten vriend; bewaar de deuren uws monds voor haar, die in uw schoot ligt.

Markus 15:3-5

En de overpriesters beschuldigden Hem van vele zaken; maar Hij antwoordde niets.

Johannes 8:6

En dit zeiden zij, Hem verzoekende, opdat zij iets hadden, om Hem te beschuldigen. Maar Jezus, nederbukkende, schreef met den vinger in de aarde.

Treasury of Scripture Knowledge did not add

Public domain