1 Een onderwijzing, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. (1a) O God! wij hebben het met onze oren gehoord, onze vaders hebben het ons verteld: Gij hebt een werk gewrocht in hun dagen, in de dagen van ouds.
1 For the choir director. A Maskil of the sons of Korah.O God, we have heard with our ears,Our fathers have told usThe work that You did in their days,In the days of old.
3 Want zij hebben het land niet geerfd door hun zwaard, en hun arm heeft hun geen heil gegeven; maar Uw rechterhand, en Uw arm, en het licht Uws aangezichts, omdat Gij een welbehagen in hen hadt.
3 For by their own sword they did not possess the land,And their own arm did not save them,But Your right hand and Your arm and the light of Your presence,For You favored them.