Psalmen 49:2

Zowel slechten als aanzienlijken, te zamen rijk en arm!

Psalmen 62:9

Immers zijn de gemene lieden ijdelheid, de grote lieden zijn leugen; in de weegschaal opgewogen, zouden zij samen lichter zijn dan de ijdelheid.

Jakobus 2:1-7

Mijn broeders, hebt niet het geloof van onzen Heere Jezus Christus, den Heere der heerlijkheid, met aanneming des persoons.

1 Samuël 2:7-8

De HEERE maakt arm en maakt rijk; Hij vernedert, ook verhoogt Hij.

Job 34:19

Hoe dan tot Dien, Die het aangezicht der vorsten niet aanneemt, en den rijke voor den arme niet kent? Want zij zijn allen Zijner handen werk.

Spreuken 22:2

Rijken en armen ontmoeten elkander; de HEERE heeft hen allen gemaakt.

Jeremia 5:4-5

Doch ik zeide: Zekerlijk, deze zijn arm; zij handelen zottelijk, omdat zij den weg des HEEREN, het recht hun Gods niet weten.

Jakobus 1:9-11

Maar de broeder, die nederig is, roeme in zijn hoogheid.

Openbaring 6:15-17

En de koningen der aarde, en de groten, en de rijken, en de oversten over duizend, en de machtigen, en alle dienstknechten, en alle vrijen, verborgen zichzelven in de spelonken, en in de steenrotsen der bergen;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd