Psalmen 5:12
[ (Psalms 5:13) Want Gij, HEERE, zult den rechtvaardige zegenen; Gij zult hem met goedgunstigheid kronen, als met een rondas. ]
Psalmen 29:11
De HEERE zal Zijn volk sterkte geven; de HEERE zal Zijn volk zegenen met vrede.
Psalmen 32:10
De goddeloze heeft veel smarten, maar die op den HEERE vertrouwt, dien zal de goedertierenheid omringen.
Psalmen 115:13
Hij zal zegenen, die den HEERE vrezen, de kleinen met de groten.
Psalmen 1:1-3
Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in de raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters;
Psalmen 3:3
Doch Gij, HEERE! zijt een Schild voor mij, mijn eer, en Die mijn hoofd opheft.
Psalmen 3:8
[ (Psalms 3:9) Het heil is des HEEREN; Uw zegen is over Uw volk. Sela. ]
Psalmen 32:7
Gij zijt mij een Verberging; Gij behoedt mij voor benauwdheid; Gij omringt mij met vrolijke gezangen van bevrijding. Sela.
Psalmen 84:11
Want God, de HEERE, is een Zon en Schild; de HEERE zal genade en eer geven; Hij zal het goede niet onthouden dengenen, die in oprechtheid wandelen.
Psalmen 112:1
Hallelujah! Aleph. Welgelukzalig is de man, die den HEERE vreest; Beth. die groten lust heeft in Zijn geboden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd