Psalmen 58:10

De rechtvaardige zal zich verblijden, als hij de wraak aanschouwt; hij zal zijn voeten wassen in het bloed des goddelozen.

Psalmen 68:23

Opdat gij uw voet, ja, de tong uwer honden, moogt steken in het bloed van de vijanden, van een iegelijk van hen.

Psalmen 64:10

[ (Psalms 64:11) De rechtvaardige zal zich verblijden in den HEERE, en op Hem betrouwen; en alle oprechten van hart zullen zich beroemen. ]

Psalmen 107:42

De oprechten zien het, en zijn verblijd, maar alle ongerechtigheid stopt haar mond.

Deuteronomium 32:43

Juicht, gij heidenen, met Zijn volk! want Hij zal het bloed Zijner knechten wreken; en Hij zal de wraak op Zijn tegenpartijen doen wederkeren, en verzoenen Zijn land en Zijn volk.

Richteren 5:31

Alzo moeten omkomen al Uw vijanden, o HEERE! die Hem daarentegen liefhebben, moeten zijn, als wanneer de zon opgaat in haar kracht. En het land was stil, veertig jaren.

Job 22:19

De rechtvaardigen zagen het, en waren blijde, en de onschuldige bespotte hen;

Job 29:6

Toen ik mijn gangen wies in boter, en de rots bij mij oliebeken uitgoot;

Psalmen 52:6

En de rechtvaardigen zullen het zien, en vrezen; en zij zullen over hem lachen, zeggende:

Psalmen 68:1-3

Een psalm, een lied van David, voor den opperzangmeester. (1a) God zal opstaan, Zijn vijanden zullen verstrooid worden, en Zijn haters zullen van Zijn aangezicht vlieden.

Psalmen 91:8

Alleenlijk zult gij het met uw ogen aanschouwen; en gij zult de vergelding der goddelozen zien.

Spreuken 11:10

Een stad springt op van vreugde over het welvaren der rechtvaardigen; en als de goddelozen vergaan, is er gejuich.

Openbaring 11:17-18

Zeggende: Wij danken U, Heere God almachtig, Die is, en Die was, en Die komen zal, dat Gij Uw grote kracht hebt aangenomen, en als Koning hebt geheerst;

Openbaring 14:20

En de wijnpersbak werd buiten de stad getreden, en er is bloed uit den wijnpersbak gekomen, tot aan de tomen der paarden, duizend zeshonderd stadien ver.

Openbaring 18:20

Bedrijft vreugde over haar, gij hemel, en gij heilige apostelen, en gij profeten, want God heeft uw oordeel aan haar geoordeeld.

Openbaring 19:1-6

En na dezen hoorde ik als een grote stem ener grote schare in den hemel, zeggende: Halleluja, de zaligheid, en de heerlijkheid, en de eer, en de kracht zij den Heere, onzen God.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd