Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Om de zonde huns monds, om het woord hunner lippen; en laat hen gevangen worden in hun hoogmoed; en om den vloek, en om de leugen, die zij vertellen.

New American Standard Bible

On account of the sin of their mouth and the words of their lips, Let them even be caught in their pride, And on account of curses and lies which they utter.

Kruisreferenties

Spreuken 12:13

In de overtreding der lippen is de strik des bozen; maar de rechtvaardige zal uit de benauwdheid uitkomen.

Psalmen 10:2

De goddeloze vervolgt hittiglijk in hoogmoed de ellendige; laat hen gegrepen worden in de aanslagen, die zij bedacht hebben.

Psalmen 10:7

Zijn mond is vol van vloek, en bedriegerijen, en list; onder zijn tong is moeite en ongerechtigheid.

Psalmen 64:7-8

Maar God zal hen haastig met een pijl schieten; hun plagen zijn er.

Psalmen 79:12

En geef onze naburen zevenvoudig weder in hun schoot hun smaad, waarmede zij U, o Heere! gesmaad hebben.

Psalmen 109:17-18

Dewijl hij den vloek heeft liefgehad, dat die hem overkome, en geen lust gehad heeft tot den zegen, zo zij die verre van hem.

Psalmen 120:3-4

Wat zal U de bedriegelijke tong geven, of wat zal zij U toevoegen?

Psalmen 140:9-10

Aangaande het hoofd dergenen, die mij omringen, de overlast hunner lippen overdekke hen.

Spreuken 6:2

Gij zijt verstrikt met de redenen uws monds; gij zijt gevangen met de redenen uws monds.

Spreuken 11:6

De gerechtigheid der vromen zal hen redden; maar de trouwelozen worden gevangen in hun verkeerdheid.

Spreuken 18:7

De mond des zots is hemzelven een verstoring, en zijn lippen een strik zijner ziel.

Hosea 4:2

Maar vloeken en liegen, en doodslaan, en stelen, en overspel doen; zij breken door, en bloedschulden raken aan bloedschulden.

Zefanja 3:11

Te dien dage zult gij niet beschaamd wezen vanwege al uw handelingen, waarmede gij tegen Mij overtreden hebt; want alsdan zal Ik uit het midden van u wegnemen, die van vreugde opspringen over uw hovaardij, en gij zult u voortaan niet meer verheffen om Mijns heiligen bergs wil.

Mattheüs 12:36-37

Maar Ik zeg u, dat van elk ijdel woord, hetwelk de mensen zullen gesproken hebben, zij van hetzelve zullen rekenschap geven in den dag des oordeels.

Mattheüs 27:25

En al het volk, antwoordende, zeide: Zijn bloed kome over ons, en over onze kinderen.

Mattheüs 27:63

Zeggende: Heer, wij zijn indachtig, dat deze verleider, nog levende, gezegd heeft: Na drie dagen zal Ik opstaan.

Lukas 23:5

En zij hielden te sterker aan, zeggende: Hij beroert het volk, lerende door geheel Judea, begonnen hebbende van Galilea tot hier toe.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org