89 Bijbelvers over Lippen

Meest relevante verzen

1 Samuël 1:13

Want Hanna sprak in haar hart; alleenlijk roerden zich haar lippen, maar haar stem werd niet gehoord; daarom hield Eli haar voor dronken.

Job 15:6

Uw mond verdoemt u, en niet ik; en uw lippen getuigen tegen u.

Job 33:3

Mijn redenen zullen de oprechtigheid mijns harten, en de wetenschap mijner lippen, wat zuiver is, uitspreken.

Daniël 10:3

Begeerlijke spijze at ik niet, en vlees of wijn kwam in mijn mond niet; ook zalfde ik mij gans niet, totdat die drie weken der dagen vervuld waren.

Joël 1:5

Waakt op, gij dronkenen! en weent, en huilt, alle gij wijnzuipers! om den nieuwen wijn, dewijl hij van uw mond is afgesneden.

Johannes 19:29

Daar stond dan een vat vol ediks, en zij vulden een spons met edik, en omlegden ze met hysop, en brachten ze aan Zijn mond.

Job 11:5

Maar gewisselijk, och, of God sprak, en Zijn lippen tegen u opende;

Psalmen 17:4

Aangaande de handelingen des mensen, ik heb mij, naar het woord Uwer lippen, gewacht voor de paden des inbrekers;

Jesaja 30:27

Ziet, de Naam des HEEREN komt van verre, Zijn toorn brandt, en de last is zwaar; Zijn lippen zijn vol gramschap, en Zijn tong, als een verterend vuur;

Psalmen 34:1

Een psalm van David, als hij zijn gelaat veranderd had voor het aangezicht van Abimelech, die hem wegjoeg, dat hij doorging. (1a) Aleph. Ik zal den HEERE loven te aller tijd; Zijn lof zal geduriglijk in mijn mond zijn.

Psalmen 119:171

Mijn lippen zullen Uw lof overvloediglijk uitstorten, als Gij mij Uw inzettingen zult geleerd hebben.

Jesaja 57:19

Ik schep de vrucht der lippen, vrede, vrede dengenen, die verre zijn, en dengenen, die nabij zijn, zegt de HEERE, en Ik zal hen genezen.

Mattheüs 21:16

En zeiden tot Hem: Hoort Gij wel, wat dezen zeggen? En Jezus zeide tot hen: Ja; hebt gij nooit gelezen: Uit de mond der jonge kinderen en der zuigelingen hebt Gij U lof toebereid?

Psalmen 21:2

Gij hebt hem zijns harten wens gegeven, en de uitspraak zijner lippen hebt Gij niet geweerd. Sela.

Job 13:6

Hoort toch mijn verdediging, en merkt op de twistingen mijner lippen.

Psalmen 17:1

Een gebed van David. HEERE! hoor de gerechtigheid, merk op mijn geschrei, neem ter ore mijn gebed, met onbedriegelijke lippen gesproken.

Handelingen 15:7

En als daarover grote twisting geschiedde, stond Petrus op en zeide tot hen: Mannen broeders, gij weet, dat God van over langen tijd onder ons mij verkoren heeft, dat de heidenen door mijn mond het woord des Evangelies zouden horen, en geloven.

Exodus 13:9

En het zal u zijn tot een teken op uw hand, en tot een gedachtenis tussen uw ogen, opdat de wet des HEEREN in uw mond zij, omdat u de HEERE door een sterke hand uit Egypte uitgevoerd heeft.

Lukas 4:22

En zij gaven Hem allen getuigenis, en verwonderden zich over de aangename woorden, die uit Zijn mond voortkwamen; en zeiden: Is deze niet de Zoon van Jozef?

Psalmen 66:14

Die mijn lippen hebben geuit, en mijn mond heeft uitgesproken, als mij bange was.

Numberi 30:6

Doch indien zij immers een man heeft, en haar geloften op haar zijn, of de uitspraak harer lippen, waarmede zij haar ziel verbonden heeft;

Deuteronomium 23:23

Wat uit uw lippen gaat, zult gij houden en doen; gelijk als gij den HEERE, uw God, een vrijwillig offer beloofd hebt, dat gij met uw mond gesproken hebt.

Psalmen 40:9

Ik boodschap de gerechtigheid in de grote gemeente; zie, mijn lippen bedwing ik niet; HEERE! Gij weet het.

Psalmen 119:13

Ik heb met mijn lippen verteld al de rechten Uws monds.

Lukas 22:71

En zij zeiden: Wat hebben wij nog getuigenis van node? Want wij zelven hebben het uit Zijn mond gehoord.

Job 16:5

Ik zou u versterken met mijn mond, en de beweging mijner lippen zou zich inhouden.

Spreuken 10:21

De lippen des rechtvaardigen voeden er velen; maar de dwazen sterven door gebrek van verstand.

Job 8:21

Totdat Hij uw mond met gelach vervulle, en uw lippen met gejuich.

Psalmen 71:23

Mijn lippen zullen juichen, wanneer ik U zal psalmzingen, en mijn ziel, die Gij verlost hebt.

Exodus 6:12

Evenwel sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, en gaf hun bevel aan de kinderen Israels, en aan Farao, den koning van Egypte, om de kinderen Israels uit Egypteland te leiden.

Habakuk 3:16

Als ik het hoorde, zo werd mijn buik beroerd; voor de stem hebben mijn lippen gebeefd; verrotting kwam in mijn gebeente, en ik werd beroerd in mijn plaats. Zekerlijk, ik zal rusten ten dage der benauwdheid, als hij optrekken zal tegen het volk, dat hij het met benden aanvalle.

Psalmen 106:33

Want zij verbitterden zijn geest, zodat hij wat onbedachtelijk voortbracht met zijn lippen.

Job 6:30

Zou onrecht op mijn tong wezen? Zou mijn gehemelte niet de ellenden te verstaan geven?

Psalmen 59:12

Om de zonde huns monds, om het woord hunner lippen; en laat hen gevangen worden in hun hoogmoed; en om den vloek, en om de leugen, die zij vertellen.

Psalmen 140:9

Aangaande het hoofd dergenen, die mij omringen, de overlast hunner lippen overdekke hen.

Spreuken 16:30

Hij sluit zijn ogen, om verkeerdheden te bedenken; zijn lippen bijtende, volbrengt hij het kwaad.

Spreuken 5:3

Want de lippen der vreemde vrouw druppen honigzeem, en haar gehemelte is gladder dan olie.

Spreuken 17:4

De boosdoener merkt op de ongerechtige lip; een leugenaar neigt het oor tot de verkeerde tong.

Spreuken 18:6-7

De lippen des zots komen in twist, en zijn mond roept naar slagen. De mond des zots is hemzelven een verstoring, en zijn lippen een strik zijner ziel.

Psalmen 120:2

O HEERE! red mijn ziel van de valse lippen, van de bedriegelijke tong.

Jesaja 59:3

Want uw handen zijn met bloed bevlekt; en uw vingeren met ongerechtigheid; uw lippen spreken valsheid, uw tong dicht onrecht.

Psalmen 12:2-3

Zij spreken valsheid, een ieder met zijn naaste, met vleiende lippen; zij spreken met een dubbel hart. De HEERE snijde af alle vleiende lippen, de grootsprekende tong.

Psalmen 50:16

Maar tot den goddeloze zegt God: Wat hebt gij Mijn inzettingen te vertellen, en neemt Mijn verbond in uw mond?

Spreuken 26:23-24

Brandende lippen, en een boos hart, zijn als een potscherf met schuim van zilver overtogen. Die haat draagt, gelaat zich vreemd met zijn lippen; maar in zijn binnenste stelt hij bedrog aan.

Jeremia 12:2

Gij hebt ze geplant, zij zijn ook ingeworteld, zij gaan voort, ook dragen zij vrucht; Gij zijt wel nabij in hun mond, maar verre van hun nieren.

Mattheüs 15:8

Dit volk genaakt Mij met hun mond, en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij;

Markus 7:6

Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Wel heeft Jesaja, van u, geveinsden, geprofeteerd, gelijk geschreven is: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij.

Spreuken 12:19

Een waarachtige lip zal bevestigd worden in eeuwigheid; maar een valse tong is maar voor een ogenblik.

Spreuken 8:6-7

Hoort, want ik zal vorstelijke dingen spreken, en de opening Mijner lippen zal enkel billijkheid zijn. Want Mijn gehemelte zal de waarheid bedachtelijk uitspreken, en de goddeloosheid is Mijn lippen een gruwel.

Spreuken 16:13

De lippen der gerechtigheid zijn het welgevallen der koningen; en elkeen van hen zal liefhebben dien, die rechte dingen spreekt.

Spreuken 23:16

En mijn nieren zullen van vreugde opspringen, als uw lippen billijkheden spreken zullen.

Jeremia 17:16

Ik heb toch niet aangedrongen, meer dan een herder achter U betaamde; ook heb ik den dodelijken dag niet begeerd, Gij weet het; wat uit mijn lippen is gegaan, is voor Uw aangezicht geweest.

Maleachi 2:6-7

De wet der waarheid was in zijn mond, en er werd geen onrecht in zijn lippen gevonden; hij wandelde met Mij in vrede en in rechtmatigheid, en hij bekeerde er velen van ongerechtigheid. Want de lippen der priesters zullen de wetenschap bewaren, en men zal uit zijn mond de wet zoeken; want hij is een engel des HEEREN der heirscharen.

Spreuken 10:32

De lippen des rechtvaardigen weten wat welgevallig is; maar de mond der goddelozen enkel verkeerdheid.

Spreuken 10:13

In de lippen des verstandigen wordt wijsheid gevonden; maar op den rug des verstandelozen de roede.

Spreuken 15:7

De lippen der wijzen zullen de wetenschap uitstrooien; maar het hart der zotten niet alzo.

Spreuken 20:15

Goud is er, en menigte van robijnen; maar de lippen de wetenschap zijn een kostelijk kleinood.

Spreuken 22:17-18

Neig uw oor, en hoor de woorden der wijzen, en stel uw hart tot mijn wetenschap; Want het is liefelijk, als gij die in uw binnenste bewaart; zij zullen samen op uw lippen gepast worden.

Spreuken 12:14

Een ieder wordt van de vrucht des monds met goed verzadigd; en de vergelding van des mensen handen zal hij tot zich wederbrengen.

Spreuken 13:2

Een ieder zal van de vrucht des monds het goede eten; maar de ziel der trouwelozen het geweld.

Spreuken 18:20

Van de vrucht van ieders mond zal zijn buik verzadigd worden; hij zal verzadigd worden van de inkomst zijner lippen.

Spreuken 18:7

De mond des zots is hemzelven een verstoring, en zijn lippen een strik zijner ziel.

Exodus 23:13

In alles, wat Ik tot ulieden gezegd heb, zult gij op uw hoede zijn; en den naam van andere goden zult gij niet gedenken; uit uw mond zal hij niet gehoord worden!

Jesaja 6:7

En hij roerde mijn mond daarmede aan, en zeide: Zie, deze heeft uw lippen aangeroerd; alzo is uw misdaad van u geweken, en uw zonde is verzoend.

Hosea 2:17

En Ik zal te dien dage een verbond voor hen maken met het wild gedierte des velds, en met het gevogelte des hemels, en het kruipend gedierte des aardbodems; en Ik zal den boog, en het zwaard, en den krijg van de aarde verbreken, en zal hen in zekerheid doen nederliggen.

Onderwerpen over Lippen

De Lippen Van De Rechtvaardigen

Job 33:3

Mijn redenen zullen de oprechtigheid mijns harten, en de wetenschap mijner lippen, wat zuiver is, uitspreken.

Die Lippen der Gerechten

Job 33:3

Mijn redenen zullen de oprechtigheid mijns harten, en de wetenschap mijner lippen, wat zuiver is, uitspreken.

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain