Psalmen 59:2

Red mij van de werkers der ongerechtigheid, en verlos mij van de mannen des bloeds.

Psalmen 139:19

O God! dat Gij den goddeloze ombracht! en gij, mannen des bloeds, wijkt van mij!

Psalmen 26:9

Raap mijn ziel niet weg met de zondaren, noch mijn leven met de mannen des bloeds;

Psalmen 27:2

Als de bozen, mijn tegenpartijen, en mijn vijanden tegen mij, tot mij naderden, om mijn vlees te eten, stieten zij zelven aan, en vielen.

Psalmen 55:23

[ (Psalms 55:24) Maar Gij, o God! zult die doen nederdalen in den put des verderfs; de mannen des bloeds en bedrogs zullen hun dagen niet ter helft brengen; ik, daarentegen, zal op U vertrouwen. ]

Treasury of Scripture Knowledge did not add