Psalmen 65:10
Gij maakt zijn omgeploegde aarde dronken; Gij doet ze dalen in zijn voren; Gij maakt het week door de druppelen; Gij zegent zijn uitspruitsel.
Psalmen 147:8
Die de hemelen met wolken bedekt, Die voor de aarde regen bereidt; Die het gras op de bergen doet uitspruiten;
Deuteronomium 32:2
Mijn leer druipe als een regen, mijn rede vloeie als een dauw; als een stofregen op de grasscheutjes, en als druppelen op het kruid.
1 Corinthiërs 3:6-7
Ik heb geplant, Apollos heeft nat gemaakt; maar God heeft den wasdom gegeven.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd