Psalmen 66:13
Ik zal met brandofferen in Uw huis gaan; ik zal U mijn geloften betalen,
Prediker 5:4
Het is beter, dat gij niet belooft, dan dat gij belooft en niet betaalt.
Psalmen 22:25
Van U zal mijn lof zijn in een grote gemeente; ik zal mijn geloften betalen in tegenwoordigheid dergenen, die Hem vrezen.
Psalmen 116:14
Mijn geloften zal ik den HEERE betalen, nu, in de tegenwoordigheid van al Zijn volk.
Deuteronomium 12:11-12
Dan zal er een plaats zijn, die de HEERE, uw God, verkiezen zal, om Zijn Naam aldaar te doen wonen; daarheen zult gij brengen alles, wat ik u gebiede: uw brandofferen, en uw slachtofferen, uw tienden, en het hefoffer uwer hand, en alle keur uwer geloften, die gij den HEERE beloven zult.
Psalmen 51:18-19
[ (Psalms 51:20) Doe wel bij Sion naar Uw welbehagen; bouw de muren van Jeruzalem op. ]
Psalmen 56:12
O God! op mij zijn Uw geloften; ik zal U dankzeggingen vergelden;
Psalmen 100:4
Gaat in tot Zijn poorten met lof, in Zijn voorhoven met lofgezang; looft Hem, prijst Zijn Naam.
Psalmen 116:17-19
Ik zal U offeren, offerande van dankzegging, en den Naam des HEEREN aanroepen.
Psalmen 118:19
Doet mij de poorten der gerechtigheid open, ik zal daardoor ingaan, ik zal den HEERE loven.
Psalmen 118:27
De HEERE is God, Die ons licht gegeven heeft. Bindt het feest offer met touwen tot aan de hoornen van het altaar.
Jona 2:9
Maar ik zal U offeren met de stem der dankzegging; wat ik beloofd heb, zal ik betalen. Het heil is des HEEREN.
Nahum 1:15
Ziet op de bergen de voeten desgenen, die het goede boodschapt, die vrede doet horen; vier uw vierdagen, o Juda! betaal uw geloften; want de Belials- man zal voortaan niet meer door u doorgaan, hij is gans uitgeroeid.
Hebreeën 13:15
Laat ons dan door Hem altijd Gode opofferen een offerande des lofs, dat is, de vrucht der lippen, die Zijn Naam belijden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd