Psalmen 66:18
Had ik naar ongerechtigheid met mijn hart gezien, de Heere zou niet gehoord hebben.
Spreuken 28:9
Die zijn oor afwendt van de wet te horen, diens gebed zelfs zal een gruwel zijn.
Jesaja 1:15
En als gijlieden uw handen uitbreidt, verberg Ik Mijn ogen voor u; ook wanneer gij het gebed vermenigvuldigt, hoor Ik niet; want uw handen zijn vol bloed.
Johannes 9:31
En wij weten, dat God de zondaars niet hoort; maar zo iemand godvruchtig is, en Zijn wil doet, dien hoort Hij.
Jakobus 4:3
Gij bidt, en gij ontvangt niet, omdat gij kwalijk bidt, opdat gij het in uw wellusten doorbrengen zoudt.
Job 27:8-9
Want wat is de verwachting des huichelaars, als hij zal gierig geweest zijn, wanneer God zijn ziel zal uittrekken?
Job 36:21
Wacht u, wend u niet tot ongerechtigheid; overmits gij ze in dezen verkoren heb, uit oorzake van de ellende.
Spreuken 15:8
Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen.
Spreuken 15:29
De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren.
Spreuken 21:13
Die zijn oor stopt voor het geschrei des armen, die zal ook roepen, en niet verhoord worden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd