Psalmen 71:14

Doch ik zal geduriglijk hopen, en zal al Uw lof nog groter maken.

Job 13:15

Ziet, zo Hij mij doodde, zou ik niet hopen? Evenwel zal ik mijn wegen voor Zijn aangezicht verdedigen.

Psalmen 43:5

Wat buigt gij u neder, o mijn ziel! en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige Verlossing mijns aangezichts, en mijn God.

Psalmen 71:6

Op U heb ik gesteund van den buik aan; van mijner moeders ingewand aan zijt Gij mijn Uithelper; mijn lof is geduriglijk van U.

Psalmen 130:7

Israel hope op den HEERE; want bij den HEERE is goedertierenheid, en bij Hem is veel verlossing.

Klaagliederen 3:21

Zain. Dit zal ik mij ter harte nemen, daarom zal ik hopen;

Klaagliederen 3:26

Teth. Het is goed, dat men hope, en stille zij op het heil des HEEREN.

Filippenzen 1:9

En dit bid ik God, dat uw liefde nog meer en meer overvloedig worde in erkentenis en alle gevoelen;

1 Thessalonicenzen 4:10

Want gij doet ook hetzelfde aan al de broederen, die in geheel Macedonie zijn. Maar wij vermanen u, broeders, dat gij meer overvloedig wordt;

Hebreeën 10:35

Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke een grote vergelding des loons heeft.

1 Petrus 1:13

Daarom opschortende de lenden uws verstands, en nuchteren zijnde, hoopt volkomenlijk op de genade, die u toegebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus.

2 Petrus 3:18

Maar wast op in de genade en kennis van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, beide nu en in de dag der eeuwigheid. Amen.

1 Johannes 3:3

En een iegelijk, die deze hoop op Hem heeft, die reinigt zichzelven, gelijk Hij rein is.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain