Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
New American Standard Bible
My flesh and my heart may fail, But God is the strength of my heart and my portion forever.
Kruisreferenties
Psalmen 84:2
Mijn ziel is begerig, en bezwijkt ook van verlangen, naar de voorhoven des HEEREN; mijn hart en mijn vlees roepen uit tot den levenden God.
Psalmen 18:2
De HEERE is mijn Steenrots, en mijn Burg, en mijn Uithelper; mijn God, mijn Rots, op Welken ik betrouw; mijn Schild, en de Hoorn mijns heils, mijn Hoog Vertrek.
Psalmen 40:12
Want kwaden, tot zonder getal toe, hebben mij omgeven; mijn ongerechtigheden hebben mij aangegrepen, dat ik niet heb kunnen zien; zij zijn menigvuldiger dan de haren mijns hoofds, en mijn hart heeft mij verlaten.
Job 13:15
Ziet, zo Hij mij doodde, zou ik niet hopen? Evenwel zal ik mijn wegen voor Zijn aangezicht verdedigen.
Psalmen 16:5-6
De HEERE is het deel mijner erve, en mijns bekers; Gij onderhoudt mijn lot.
Psalmen 27:14
Wacht op den HEERE, zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken, ja, wacht op den HEERE.
Psalmen 63:1
Een psalm van David, als hij was in de woestijn van Juda. (1a) O God! Gij zijt mijn God! ik zoek U in den dageraad; mijn ziel dorst naar U; mijn vlees verlangt naar U, in een land, dor en mat, zonder water.
Psalmen 119:57
Cheth. De HEERE is mijn deel, ik heb gezegd, dat ik Uw woorden zal bewaren.
Psalmen 119:81-82
Caph. Mijn ziel is bezweken van verlangen naar Uw heil; op Uw woord heb ik gehoopt.
Psalmen 138:3
Ten dage, als ik riep, zo hebt Gij mij verhoord; Gij hebt mij versterkt met kracht in mijn ziel.
Psalmen 142:5
Tot U riep ik, o HEERE! ik zeide: Gij zijt mijn Toevlucht, mijn Deel in het land der levenden.
Jesaja 40:29-31
Hij geeft den moeden kracht, en Hij vermenigvuldigt de sterkte dien, die geen krachten heeft.
Klaagliederen 3:24
Cheth. De HEERE is mijn Deel, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen.
2 Corinthiër 4:8-10
Als die in alles verdrukt worden, doch niet benauwd; twijfelmoedig, doch niet mismoedig;
2 Corinthiër 4:16-18
Daarom vertragen wij niet; maar hoewel onze uitwendige mens verdorven wordt, zo wordt nochtans de inwendige vernieuwd van dag tot dag.
2 Corinthiër 12:9-10
En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone.
Filippenzen 1:21
Want het leven is mij Christus, en het sterven is mij gewin.
2 Timotheüs 4:6-8
Want ik word nu tot een drankoffer geofferd, en de tijd mijner ontbinding is aanstaande.
2 Petrus 1:14
Alzo ik weet, dat de aflegging mijns tabernakels haast zijn zal, gelijkerwijs ook onze Heere Jezus Christus mij heeft geopenbaard.
Openbaring 21:3-4
En ik hoorde een grote stem uit den hemel, zeggende: Ziet, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn.
Openbaring 21:7
Die overwint, zal alles beerven; en Ik zal hem een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn.