Psalmen 77:16

De wateren zagen U, o God! de wateren zagen U, zij beefden; ook waren de afgronden beroerd.

Exodus 14:21

Toen Mozes zijn hand uitstrekte over de zee, zo deed de HEERE de zee weggaan, door een sterken oostenwind, dien gansen nacht, en maakte de zee droog, en de wateren werden gekliefd.

Jozua 3:15-16

En als zij, die de ark droegen, tot aan de Jordaan gekomen waren, en de voeten der priesteren, dragende de ark, ingedoopt waren in het uiterste van het water (de Jordaan nu was vol al de dagen des oogstes aan al haar oevers);

Psalmen 114:3-6

De zee zag het, en vlood; de Jordaan keerde achterwaarts.

Habakuk 3:8-10

Was de HEERE ontstoken tegen de rivieren? Was Uw toorn tegen de rivieren, was Uw verbolgenheid tegen de zee, toen Gij op Uw paarden reedt? Uw wagens waren heil.

Habakuk 3:15

Gij betradt met Uw paarden de zee; de geweldige wateren werden een hoop.

Treasury of Scripture Knowledge did not add