Psalmen 78:66

En Hij sloeg Zijn wederpartijders aan het achterste; Hij deed hun eeuwige smaadheid aan.

1 Samuël 5:6

Doch de hand des HEEREN was zwaar over die van Asdod, en verwoestte hen; en Hij sloeg ze met spenen, Asdod en haar landpalen.

1 Samuël 6:4

Toen zeiden zij: Welk is dat schuldoffer, dat wij Hem vergelden zullen? En zij zeiden: Vijf gouden spenen, en vijf gouden muizen, naar het getal van de vorsten der Filistijnen; want het is enerlei plaag over u allen, en over uw vorsten.

Job 40:12

Als het hem lust, zijn staart is als een ceder; de zenuwen zijner schaamte zijn doorvlochten.

Jeremia 23:40

En Ik zal u eeuwige smaadheid aandoen, en eeuwige schande, die niet zal worden vergeten.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd