Psalmen 80:5

Gij spijst hen met tranenbrood, en drenkt hen met tranen uit een drieling.

Psalmen 42:3

Mijn tranen zijn mij tot spijs dag en nacht; omdat zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is uw God?

Jesaja 30:20

De Heere zal ulieden wel brood der benauwdheid, en wateren der verdrukking geven; maar uw leraars zullen niet meer als met vleugelen wegvliegen, maar uw ogen zullen uw leraars zien;

Psalmen 102:9

Want ik eet as als brood, en vermeng mijn drank met tranen.

Job 6:7

Mijn ziel weigert uw woorden aan te roeren; die zijn als mijn laffe spijze.

Ezechiël 4:16-17

Daarna zeide Hij tot mij: Gij mensenkind, zie, Ik breek den staf des broods in Jeruzalem, en zij zullen het brood met gewicht en met kommer eten, en het water met zekere maat en met verbaasdheid drinken;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain