Psalmen 9:1
Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Muth-Labben. (1a) Ik zal den HEERE loven met mijn ganse hart; ik zal al Uw wonderen vertellen.
Psalmen 86:12
Heere, mijn God! ik zal U met mijn ganse hart loven, en ik zal Uw Naam eren in eeuwigheid;
Psalmen 26:7
Om te doen horen de stem des lofs, en om te vertellen al Uw wonderen.
1 Kronieken 16:12
Gedenkt Zijner wonderwerken, die Hij gedaan heeft, Zijner wondertekenen, en de oordelen Zijns monds;
1 Kronieken 16:24
Vertelt Zijn eer onder de heidenen, Zijn wonderwerken onder alle volken.
1 Kronieken 29:10-13
Daarom loofde David den HEERE voor de ogen der ganse gemeente; en David zeide: Geloofd zijt Gij, HEERE, God van onzen vader Israel, van eeuwigheid tot in eeuwigheid!
Psalmen 7:17
[ (Psalms 7:18) Ik zal den HEERE loven naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen. ]
Psalmen 9:14
Opdat ik Uw gansen lof in de poorten der dochter van Sion vertelle, dat ik mij verheuge in Uw heil.
Psalmen 34:1-4
Een psalm van David, als hij zijn gelaat veranderd had voor het aangezicht van Abimelech, die hem wegjoeg, dat hij doorging. (1a) Aleph. Ik zal den HEERE loven te aller tijd; Zijn lof zal geduriglijk in mijn mond zijn.
Psalmen 51:15
Heere, open mijn lippen, zo zal mijn mond Uw lof verkondigen.
Psalmen 103:1-2
Een psalm van David. Loof den HEERE, mijn ziel, en al wat binnen in mij is, Zijn heiligen Naam.
Psalmen 106:2
Wie zal de mogendheden des HEEREN uitspreken, al Zijn lof verkondigen?
Psalmen 111:1
Hallelujah! Aleph. Ik zal den HEERE loven van ganser harte; Beth. In den raad en vergadering der oprechten.
Psalmen 138:1
Een psalm van David. Ik zal U loven met mijn gehele hart; in de tegenwoordigheid der goden zal ik U psalmzingen.
Psalmen 145:1-3
Een lofzang van David. Aleph. O mijn God, Gij Koning! ik zal U verhogen, en Uw Naam loven in eeuwigheid en altoos.
Psalmen 146:1-2
Hallelujah! O mijn ziel! prijs den HEERE.
Jesaja 12:1
En te dienzelfden dage zult gij zeggen: Ik dank U, HEERE! dat Gij toornig op mij geweest zijt, maar Uw toorn is afgekeerd, en Gij troost mij.
Jesaja 43:21
Dit volk heb Ik Mij geformeerd, zij zullen Mijn lof vertellen.
Jesaja 60:6
Een hoop kemelen zal u bedekken, de snelle kemelen van Midian en Hefa; zij allen uit Scheba zullen komen; goud en wierook zullen zij aanbrengen, en zij zullen den overvloedigen lof des HEEREN boodschappen.
Lukas 10:27
En hij, antwoordende, zeide: Gij zult den Heere, uw God, liefhebben, uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw kracht, en uit geheel uw verstand; en uw naaste als uzelven.
Hebreeën 13:15
Laat ons dan door Hem altijd Gode opofferen een offerande des lofs, dat is, de vrucht der lippen, die Zijn Naam belijden.
Openbaring 5:9-14
En zij zongen een nieuw lied, zeggende: Gij zijt waardig dat boek te nemen, en zijn zegelen te openen; want Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, uit alle geslacht, en taal, en volk, en natie;
Openbaring 15:3
En zij zongen het gezang van Mozes, den dienstknecht Gods, en het gezang des Lams, zeggende: Groot en wonderlijk zijn Uw werken, Heere, Gij almachtige God, rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Gij Koning der heiligen!
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd