Psalmen 94:9

Zou Hij, Die het oor plant, niet horen? zou Hij, Die het oog formeert, niet aanschouwen?

Exodus 4:11

En de HEERE zeide tot hem: Wie heeft den mens den mond gemaakt, of wie heeft den stomme, of dove, of ziende, of blinde gemaakt? Ben Ik het niet, de HEERE?

Spreuken 20:12

Een horend oor, en een ziend oog heeft de HEERE gemaakt, ja, die beide.

Psalmen 11:4

De HEERE is in het paleis Zijner heiligheid, des HEEREN troon is in den hemel; Zijn ogen aanschouwen, Zijn oogleden proeven de mensenkinderen.

Psalmen 17:3

Gij hebt mijn hart geproefd, des nachts bezocht, Gij hebt mij getoetst. Gij vindt niets; hetgeen ik gedacht heb, overtreedt mijn mond niet.

Psalmen 44:21

Zou God zulks niet onderzoeken? Want Hij weet de verborgenheden des harten.

Psalmen 139:1-12

Een psalm van David, voor den opperzangmeester. HEERE! Gij doorgrondt en kent mij.

Spreuken 20:1

De wijn is een spotter, de sterke drank is woelachtig; al wie daarin dwaalt, zal niet wijs zijn.

Jeremia 23:23-24

Ben Ik een God van nabij, spreekt de HEERE, en niet een God van verre?

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd