Psalmen 98:6

Met trompetten en bazuinengeklank; juicht voor het aangezicht des Konings, des HEEREN.

Numberi 10:1-10

Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:

1 Kronieken 15:28

Alzo bracht gans Israel de ark des verbonds des HEEREN op, met gejuich, en met geluid der bazuin, en met trompetten, en met cimbalen, makende geluid met luiten en met harpen.

2 Kronieken 5:12-13

En de Levieten, die zangers waren van hen allen, van Asaf, van Heman, van Jeduthun, en van hun zonen, en van hun broederen, in fijn linnen gekleed, met cimbalen, en met luiten, en harpen, stonden tegen het oosten des altaars, en met hen tot honderd en twintig priesteren toe, trompettende met trompetten.)

2 Kronieken 15:14

En zij zwoeren den HEERE met luider stem en met gejuich, desgelijks met trompetten en met bazuinen.

2 Kronieken 29:27

En Hizkia beval, dat men het brandoffer op het altaar zou offeren; ten tijde nu, als dat brandoffer begon, begon het gezang des HEEREN met de trompetten en met de instrumenten van David, den koning van Israel.

Psalmen 47:5-7

God vaart op met gejuich, de HEERE met geklank der bazuin.

Psalmen 81:2-4

Heft een psalm op, en geeft de trommel; de liefelijke harp met de luit.

Mattheüs 25:34

Alsdan zal de Koning zeggen tot degenen, die tot Zijn rechter hand zijn: Komt, gij gezegenden Mijns Vaders! beerft dat Koninkrijk, hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld.

Openbaring 19:16

En Hij heeft op Zijn kleed en op Zijn dij dezen Naam geschreven: Koning der koningen, en Heere der heren.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd