Richteren 13:2
En er was een man van Zora, uit het geslacht van een Daniet, wiens naam was Manoach; en zijn huisvrouw was onvruchtbaar en baarde niet.
Jozua 19:41
En de landpale van hun erfdeel was: Zora, en Esthaol, en Ir-Semes,
Jozua 15:33
In de laagte zijn: Esthaol, en Zora, en Asna,
Lukas 1:7
En zij hadden geen kind, omdat Elizabet onvruchtbaar was, en zij beiden verre op hun dagen gekomen waren.
Genesis 16:1
Doch Sarai, Abrams huisvrouw, baarde hem niet; en zij had een Egyptische dienstmaagd, welker naam was Hagar.
Genesis 25:21
En Izak bad den HEERE zeer in de tegenwoordigheid van zijn huisvrouw; want zij was onvruchtbaar; en de HEERE liet zich van hem verbidden, zodat Rebekka, zijn huisvrouw, zwanger werd.
1 Samuël 1:2-6
En hij had twee vrouwen; de naam van de ene was Hanna, en de naam van de andere was Peninna. Peninna nu had kinderen, maar Hanna had geen kinderen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd