Richteren 5:2

Looft den HEERE, van het wreken der wraken in Israel, van dat het volk zich gewillig heeft aangeboden.

Richteren 5:9

Mijn hart is tot wetgevers van Israel, die zich gewillig aangeboden hebben onder het volk; looft den HEERE!

2 Kronieken 17:16

En naast hem was Amasia, de zoon van Zichri, die zich vrijwillig den HEERE overgegeven had; en met hem waren tweehonderd duizend kloeke helden.

Psalmen 110:3

Uw volk zal zeer gewillig zijn op den dag Uwer heirkracht, in heilig sieraad; uit de baarmoeder des dageraads zal U de dauw Uwer jeugd zijn.

Deuteronomium 32:43

Juicht, gij heidenen, met Zijn volk! want Hij zal het bloed Zijner knechten wreken; en Hij zal de wraak op Zijn tegenpartijen doen wederkeren, en verzoenen Zijn land en Zijn volk.

2 Samuël 22:47-48

De HEERE leeft, en geloofd zij mijn Rotssteen; en verhoogd zij God, de Rotssteen mijns heils!

Nehemia 11:2

En het volk zegende al de mannen, die vrijwilliglijk aanboden te Jeruzalem te wonen.

Psalmen 18:47

De God, Die mij volkomen wraak geeft, en de volken onder mij brengt;

Psalmen 48:11

Laat de berg Sion blijde zijn; laat de dochteren van Juda zich verheugen, om Uwer oordelen wil.

Psalmen 94:1

O God der wraken! o HEERE, God der wraken! verschijn blinkende.

Psalmen 97:8

Sion heeft gehoord, en het heeft zich verblijd, en de dochteren van Juda hebben zich verheugd vanwege Uw oordelen, o HEERE!

Psalmen 136:15

Hij heeft Farao met zijn heir gestort in de Schelfzee; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

Psalmen 136:19-20

Sihon, de Amorietischen koning; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

Psalmen 149:6-9

De verheffingen Gods zullen in hun keel zijn; en een tweesnijdend zwaard in hun hand;

1 Corinthiërs 9:17

Want indien ik dat gewillig doe, zo heb ik loon, maar indien onwillig, de uitdeling is mij evenwel toebetrouwd.

2 Corinthiër 8:12

Want indien te voren de volvaardigheid des gemoeds daar is, zo is iemand aangenaam naar hetgeen hij heeft, niet naar hetgeen hij niet heeft.

2 Corinthiër 9:7

Een iegelijk doe, gelijk hij in zijn hart voorneemt; niet uit droefheid, of uit nooddwang; want God heeft een blijmoedigen gever lief.

Filippenzen 2:13

Want het is God, Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen.

Openbaring 16:5-6

En ik hoorde den engel der wateren zeggen: Gij zijt rechtvaardig, Heere! Die is, en Die was, en Die zijn zal, dat Gij dit geoordeeld hebt;

Openbaring 18:20

Bedrijft vreugde over haar, gij hemel, en gij heilige apostelen, en gij profeten, want God heeft uw oordeel aan haar geoordeeld.

Openbaring 19:2

Want Zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig; dewijl Hij de grote hoer geoordeeld heeft, die de aarde verdorven heeft met haar hoererij, en Hij het bloed Zijner dienaren van haar hand gewroken heeft.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd