Richteren 6:26
En bouw den HEERE, uw God, een altaar, op de hoogte dezer sterkte, in een bekwame plaats; en neem den tweeden var, en offer een brandoffer met het hout der hage, die gij zult hebben afgehouwen.
2 Samuël 24:18
En Gad kwam tot David op dienzelfden dag, en zeide tot hem: Ga op, richt den HEERE een altaar op, op den dorsvloer van Arauna, den Jebusiet.
1 Corinthiërs 14:33
Want God is geen God van verwarring, maar van vrede, gelijk in al de Gemeenten der heiligen.
1 Corinthiërs 14:40
Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd