Richteren 9:18

Maar gij zijt heden opgestaan tegen het huis mijns vaders, en hebt zijn zonen, zeventig mannen, op een steen gedood; en gij hebt Abimelech, een zoon zijner dienstmaagd, koning gemaakt over de burgers van Sichem, omdat hij uw broeder is);

Richteren 9:5-6

En hij kwam in zijns vaders huis te Ofra, en doodde zijn broederen, de zonen van Jerubbaal, zeventig mannen, op een steen; doch Jotham, de jongste zoon van Jerubbaal werd overgelaten, want hij had zich verstoken.

Richteren 8:30-31

Gideon nu had zeventig zonen, die uit zijn heupe voortgekomen waren; want hij had vele vrouwen.

Richteren 8:35

En zij deden geen weldadigheid bij het huis van Jerubbaal, dat is Gideon, naar al het goede, dat hij bij Israel gedaan had.

Richteren 9:14

Toen zeiden al de bomen tot den doornenbos: Kom gij, wees koning over ons.

Psalmen 109:4

Voor mijn liefde, staan zij mij tegen; maar ik was steeds in het gebed.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd