Romeinen 11:13
Want ik spreek tot u, heidenen, voor zoveel ik der heidenen apostel ben; ik maak mijn bediening heerlijk;
Handelingen 9:15
Maar de Heere zeide tot hem: Ga heen; want deze is Mij een uitverkoren vat, om Mijn Naam te dragen voor de heidenen, en de koningen, en de kinderen Israels.
Handelingen 13:2
En als zij den Heere dienden, en vastten, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij af beiden Barnabas en Saulus tot het werk, waartoe Ik hen geroepen heb.
Handelingen 22:21
En Hij zeide tot mij: Ga heen; want Ik zal u ver tot de heidenen afzenden.
Handelingen 26:17-18
Verlossende u van dit volk, en van de heidenen, tot dewelke Ik u nu zende;
Romeinen 15:16-19
Opdat ik een dienaar van Jezus Christus zij onder de heidenen, het Evangelie van God bedienende, opdat de offerande der heidenen aangenaam worde, geheiligd door den Heiligen Geest.
Galaten 1:16
Zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik Denzelven door het Evangelie onder de heidenen zou verkondigen, zo ben ik terstond niet te rade gegaan met vlees en bloed;
Galaten 2:2
En ik ging op door een openbaring, en stelde hun het Evangelie voor, dat ik predik onder de heidenen; en in het bijzonder aan degenen, die in achting waren, opdat ik niet enigszins tevergeefs zou lopen of gelopen hebben.
Galaten 2:7-9
Maar daarentegen, als zij zagen, dat aan mij het Evangelie der voorhuid toebetrouwd was, gelijk aan Petrus dat der besnijdenis;
Efeziërs 3:8
Mij, den allerminste van al de heiligen, is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie te verkondigen den onnaspeurlijken rijkdom van Christus,
1 Timotheüs 2:7
Waartoe ik gesteld ben een prediker en apostel (ik zeg de waarheid in Christus, ik lieg niet), een leraar der heidenen, in geloof en waarheid.
2 Timotheüs 1:11-12
Waartoe ik gesteld ben een prediker, en een apostel, en een leraar der heidenen;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd