Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Deelt mede tot de behoeften der heiligen. Tracht naar herbergzaamheid.
New American Standard Bible
contributing to the needs of the saints, practicing hospitality.
Kruisreferenties
Hebreeën 6:10
Want God is niet onrechtvaardig dat Hij uw werk zou vergeten, en den arbeid der liefde, die gij aan Zijn Naam bewezen hebt, als die de heiligen gediend hebt en nog dient.
2 Corinthiër 9:1
Want van de bediening, die voor de heiligen geschiedt, is mij onnodig aan u te schrijven.
2 Corinthiër 9:12
Want de bediening van dezen dienst vervult niet alleen het gebrek der heiligen, maar is ook overvloedig door vele dankzeggingen tot God;
1 Timotheüs 3:2
Een opziener dan moet onberispelijk zijn, ener vrouwe man, wakker, matig, eerbaar, gaarne herbergende, bekwaam om te leren;
Hebreeën 13:16
En vergeet de weldadigheid en de mededeelzaamheid niet; want aan zodanige offeranden heeft God een welbehagen.
1 Petrus 4:9
Zijt herbergzaam jegens elkander, zonder murmureren.
Genesis 18:2-8
En hij hief zijn ogen op en zag; en ziet, daar stonden drie mannen tegenover hem; als hij hen zag, zo liep hij hun tegemoet van de deur der tent, en boog zich ter aarde.
Genesis 19:1-3
En die twee engelen kwamen te Sodom in den avond; en Lot zat in de poort te Sodom; en als Lot hen zag, stond hij op hun tegemoet, en boog zich met het aangezicht ter aarde.
Psalmen 41:1
Een psalm van David, voor den opperzangmeester. (1a) Welgelukzalig is hij, die zich verstandiglijk gedraagt jegens een ellendige; de HEERE zal hem bevrijden ten dage des kwaads.
Mattheüs 25:35
Want Ik ben hongerig geweest, en gij hebt Mij te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest, en gij hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling, en gij hebt Mij geherbergd.
Handelingen 4:35
En aan een iegelijk werd uitgedeeld, naar dat elk van node had.
Handelingen 9:36-41
En te Joppe was een zekere discipelin, met name Tabitha, hetwelk overgezet zijnde, is gezegd Dorkas. Deze was vol van goede werken en aalmoezen, die zij deed.
Handelingen 10:4
En hij, de ogen op hem houdende, en zeer bevreesd geworden zijnde, zeide: Wat is het Heere? En hij zeide tot hem: Uw gebeden en uw aalmoezen zijn tot gedachtenis opgekomen voor God.
Handelingen 20:34-35
En gijzelve weet, dat deze handen tot mijn nooddruft, en dergenen, die met mij waren, gediend hebben.
Romeinen 12:8
Hetzij die vermaant, in het vermanen; die uitdeelt, in eenvoudigheid; die een voorstander is, in naarstigheid; die barmhartigheid doet, in blijmoedigheid.
Romeinen 15:25-28
Maar nu reis ik naar Jeruzalem, dienende de heiligen.
1 Corinthiërs 16:1-2
Aangaande nu de verzameling, die voor de heiligen geschiedt, gelijk als ik aan de Gemeenten in Galatie verordend heb, doet ook gij alzo.
1 Corinthiërs 16:15
En ik bid u, broeders, gij kent het huis van Stefanas, dat het is de eersteling van Achaje, en dat zij zichzelven den heiligen ten dienst hebben geschikt;
2 Corinthiër 8:1-4
Voorts maken wij u bekend, broeders, de genade van God, die in de Gemeenten van Macedonie gegeven is.
Galaten 6:10
Zo dan, terwijl wij tijd hebben, laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenoten des geloofs.
1 Timotheüs 5:10
Getuigenis hebbende van goede werken: zo zij kinderen opgevoed heeft, zo zij gaarne heeft geherbergd, zo zij der heiligen voeten heeft gewassen, zo zij den verdrukten genoegzame hulp gedaan heeft, zo zij alle goed werk nagetracht heeft.
Titus 1:8
Maar die gaarne herbergt, die de goeden liefheeft, matig, rechtvaardig, heilig, kuis;
Hebreeën 13:2
Vergeet de herbergzaamheid niet; want hierdoor hebben sommigen onwetend engelen geherbergd.
1 Johannes 3:17
Zo wie nu het goed der wereld heeft, en ziet zijn broeder gebrek hebben, en sluit zijn hart toe voor hem, hoe blijft de liefde Gods in hem?