Romeinen 14:16

Dat dan uw goed niet gelasterd worde.

Romeinen 12:17

Vergeldt niemand kwaad voor kwaad. Bezorgt hetgeen eerlijk is voor alle mensen.

1 Corinthiërs 10:29-30

Doch ik zeg: om het geweten, niet van uzelven, maar des anderen; want waarom wordt mijn vrijheid geoordeeld van een ander geweten?

2 Corinthiër 8:20-21

Dit verhoedende, dat ons niemand moge lasteren in dezen overvloed, die van ons wordt bediend;

1 Thessalonicenzen 5:22

Onthoudt u van allen schijn des kwaads.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain