Romeinen 2:18

En gij weet Zijn wil, en beproeft de dingen, die daarvan verschillen, zijnde onderwezen uit de wet;

Filippenzen 1:10

Opdat gij beproeft de dingen, die daarvan verschillen, opdat gij oprecht zijt, en zonder aanstoot te geven, tot den dag van Christus;

Deuteronomium 4:8

En wat groot volk is er, dat zo rechtvaardige inzettingen en rechten heeft, als deze ganse wet is, die ik heden voor uw aangezicht geef?

Nehemia 9:13-14

En Gij zijt neergedaald op den berg Sinai, en hebt met hen gesproken uit den hemel; en Gij hebt hun gegeven rechtmatige rechten, en getrouwe wetten, goede inzettingen en geboden.

Psalmen 19:8

De bevelen des HEEREN zijn recht, verblijdende het hart; het gebod des HEEREN is zuiver, verlichtende de ogen.

Psalmen 119:98-100

Zij maakt mij door Uw geboden wijzer, dan mijn vijanden zijn, want zij is in eeuwigheid bij mij.

Psalmen 119:104-105

Uit Uw bevelen krijg ik verstand, daarom haat ik alle leugenpaden.

Psalmen 119:130

De opening Uwer woorden geeft licht, de slechten verstandig makende.

Psalmen 147:19-20

Hij maakt Jakob Zijn woorden bekend, Israel Zijn inzettingen en Zijn rechten.

Spreuken 6:23

Want het gebod is een lamp, en de wet is een licht, en de bestraffingen der tucht zijn de weg des levens;

Lukas 12:47

En die dienstknecht, welke geweten heeft den wil zijns heeren, en zich niet bereid, noch naar zijn wil gedaan heeft, die zal met vele slagen geslagen worden.

Johannes 13:17

Indien gij deze dingen weet, zalig zijt gij, zo gij dezelve doet.

Romeinen 15:4

Want al wat te voren geschreven is, dat is tot onze lering te voren geschreven, opdat wij, door lijdzaamheid en vertroosting der Schriften, hoop hebben zouden.

1 Corinthiërs 8:1-2

Aangaande nu de dingen, die den afgoden geofferd zijn, wij weten, dat wij allen te zamen kennis hebben. De kennis maakt opgeblazen, maar de liefde sticht.

1 Thessalonicenzen 5:21

Beproeft alle dingen; behoudt het goede.

2 Timotheüs 3:15-17

En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is.

Hebreeën 5:14

Maar der volmaakten is de vaste spijze, die door de gewoonheid de zinnen geoefend hebben, tot onderscheiding beide des goeds en des kwaads.

Jakobus 4:17

Wie dan weet goed te doen, en niet doet, dien is het zonde.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain