Romeinen 8:12
Zo dan, broeders, wij zijn schuldenaars niet aan het vlees, om naar het vlees te leven.
Psalmen 116:16
Och, HEERE! zekerlijk ik ben Uw knecht, ik ben Uw knecht, een zoon Uwer dienstmaagd; Gij hebt mijn banden losgemaakt.
Romeinen 6:2-15
Dat zij verre. Wij, die der zonde gestorven zijn, hoe zullen wij nog in dezelve leven?
1 Corinthiërs 6:19-20
Of weet gij niet, dat ulieder lichaam een tempel is van den Heiligen Geest, Die in u is, Dien gij van God hebt, en dat gij uws zelfs niet zijt?
1 Petrus 4:2-3
Om nu niet meer naar de begeerlijkheden der mensen, maar naar den wil van God, den tijd, die overig is in het vlees, te leven.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd