Ruth 1:18
Als zij nu zag, dat zij vastelijk voorgenomen had met haar te gaan, zo hield zij op tot haar te spreken.
Handelingen 21:14
En als hij zich niet liet afraden, hielden wij ons tevreden, zeggende: De wil des Heeren geschiede.
Handelingen 2:42
En zij waren volhardende in de leer der apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden.
Efeziërs 6:10
Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in den Heere, en in de sterkte Zijner macht.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd