Spreuken 1:10

Mijn zoon! indien de zondaars u aanlokken, bewillig niet;

Efeziërs 5:11

En hebt geen gemeenschap met de onvruchtbare werken der duisternis, maar bestraft ze ook veeleer.

Psalmen 50:18

Indien gij een dief ziet, zo loopt gij met hem; en uw deel is met de overspelers.

Spreuken 16:29

Een man des gewelds verlokt zijn naaste, en hij leidt hem in een weg, die niet goed is.

Genesis 39:7-13

En het geschiedde na deze dingen, dat de huisvrouw zijns heren haar ogen op Jozef wierp; en zij zeide: lig bij mij!

Deuteronomium 13:8

Zo zult gij hem niet ter wille zijn, en naar hem niet horen; ook zal uw oog hem niet verschonen, en gij zult u niet ontfermen, noch hem verbergen;

Richteren 16:16-21

En het geschiedde, als zij hem alle dagen met haar woorden perste, en hem moeilijk viel, dat zijn ziel verdrietig werd tot stervens toe;

Psalmen 1:1

Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in de raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters;

Spreuken 7:21-23

Zij bewoog hem door de veelheid van haar onderricht, zij dreef hem aan door het gevlei harer lippen.

Spreuken 13:20

Die met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is, zal verbroken worden.

Spreuken 20:19

Die als een achterklapper wandelt, openbaart het heimelijke; vermeng u dan niet met hem, die met zijn lippen verlokt.

Romeinen 16:18

Want dezulken dienen onzen Heere Jezus Christus niet, maar hun buik; en verleiden door schoonspreken en prijzen de harten der eenvoudigen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd