Spreuken 1:2
Om wijsheid en tucht te weten; om te verstaan redenen des verstands;
Deuteronomium 4:5-6
Ziet, ik heb u geleerd de inzettingen en rechten, gelijk als de HEERE, mijn God, mij geboden heeft; opdat gij alzo doet in het midden des lands, waar gij naar toe gaat, om het te erven.
1 Koningen 3:9-12
Geef dan Uw knecht een verstandig hart, om Uw volk te richten, verstandelijk onderscheidende tussen goed en kwaad; want wie zou dit Uw zwaar volk kunnen richten?
Spreuken 4:5-7
Verkrijg wijsheid, verkrijg verstand; vergeet niet, en wijk niet van de redenen mijns monds.
Spreuken 7:4
Zeg tot de wijsheid: Gij zijt mijn zuster; en heet het verstand uw bloedvriend;
Spreuken 8:5
Gij slechten! verstaat kloekzinnigheid, en gij zotten! verstaat met het hart.
Spreuken 16:16
Hoeveel beter is het wijsheid te bekomen, dan uitgegraven goud, en uitnemender, verstand te bekomen, dan zilver!
Spreuken 17:16
Waarom toch zou in de hand des zots het koopgeld zijn, om wijsheid te kopen, dewijl hij geen verstand heeft?
2 Timotheüs 3:15-17
En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd