Zo zullen zij eten van de vrucht van hun weg, en zich verzadigen met hun raadslagen.

Maar gelijk als ik gezien heb: die ondeugd ploegen, en moeite zaaien, maaien dezelve.

Die afkerig van hart is, zal van zijn wegen verzadigd worden; maar een goed man van zichzelven.

Hoor toe, gij aarde! Zie, Ik zal een kwaad brengen over dit volk, de vrucht hunner gedachten; want zij merken niet op Mijn woorden, en Mijn wet verwerpen zij.

Die onrecht zaait, zal moeite maaien; en de roede zijner verbolgenheid zal een einde nemen.

Zegt den rechtvaardige, dat het hem wel gaan zal; dat zij de vrucht hunner werken zullen eten.

Uw boosheid zal u kastijden, en uw afkeringen zullen u straffen; weet dan en ziet, dat het kwaad en bitter is, dat gij den HEERE, uw God, verlaat, en Mijn vreze niet bij u is, spreekt de Heere, de HEERE der heirscharen.

Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain

Alle Vertalingen
Dutch Staten Vertaling