Spreuken 1:5
Die wijs is, zal horen, en zal in lere toenemen; en die verstandig is, zal wijzen raad bekomen.
Spreuken 9:9
Leer den wijze, zo zal hij nog wijzer worden; onderwijs den rechtvaardige, zo zal hij in leer toenemen.
1 Samuël 25:32-33
Toen zeide David tot Abigail: Gezegend zij de HEERE, de God Israels, Die u te dezen dage mij tegemoet gezonden heeft!
2 Kronieken 25:16
En het geschiedde, als hij tot hem sprak, dat hij hem zeide: Heeft men u tot des konings raadgever gesteld? Houd gij op; waarom zouden zij u slaan? Toen hield de profeet op, en zeide: Ik merk, dat God besloten heeft u te verderven, dewijl gij dit gedaan, en naar mijn raad niet gehoord hebt.
Job 34:10
Daarom, gij, lieden van verstand, hoort naar mij: Verre zij God van goddeloosheid, en de Almachtige van onrecht!
Job 34:16
Zo er dan verstand bij u is, hoor dit; neig de oren tot de stem mijner woorden.
Job 34:34
De lieden van verstand zullen met mij zeggen, en een wijs man zal naar mij horen;
Psalmen 119:98-100
Zij maakt mij door Uw geboden wijzer, dan mijn vijanden zijn, want zij is in eeuwigheid bij mij.
Spreuken 12:1
Wie de tucht liefheeft, die heeft de wetenschap lief; maar wie de bestraffing haat, is onvernuftig.
1 Corinthiërs 10:15
Als tot verstandigen spreek ik; oordeelt gij, hetgeen ik zeg.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd