Spreuken 10:2

Schatten der goddeloosheid doen geen nut; maar de gerechtigheid redt van den dood.

Spreuken 11:4

Goed doet geen nut ten dage der verbolgenheid; maar de gerechtigheid redt van den dood.

Spreuken 21:6

Te arbeiden om schatten met een valse tong, is een voortgedrevene ijdelheid dergenen, die den dood zoeken.

Psalmen 49:6-10

Aangaande degenen, die op hun goed vertrouwen; en op de veelheid huns rijkdoms roemen;

Spreuken 12:28

In het pad der gerechtigheid is het leven; en in den weg van haar voetpad is de dood niet.

Jesaja 10:2-3

Om de armen van het recht af te wenden, en om het recht der ellendigen Mijns volks te roven, opdat de weduwen hun buit worden, en opdat zij de wezen mogen plunderen!

Ezechiël 7:19

Zij zullen hun zilver op de straten werpen, en hun goud zal tot onreinigheid zijn; hun zilver en hun goud zal hen niet kunnen uithelpen ten dage der verbolgenheid des HEEREN; hun ziel zullen zij niet verzadigen, en hun ingewanden zullen zij niet vullen; want het zal de aanstoot hunner ongerechtigheid zijn.

Daniël 4:27

Daarom, o koning! laat mijn raad u behagen, en breek uw zonden af door gerechtigheid, en uw ongerechtigheid door genade te bewijzen aan de ellendigen, of er verlenging van uw vrede mocht wezen.

Zefanja 1:18

Noch hun zilver, noch hun goud zal hen kunnen redden ten dage der verbolgenheid des HEEREN; maar door het vuur Zijns ijvers zal dit ganse land verteerd worden; want Hij zal een voleinding maken, gewisselijk, een haastige, met al de inwoners dezes lands.

Lukas 12:15-21

En Hij zeide tot hen: Ziet toe en wacht u van de gierigheid; want het is niet in den overvloed gelegen, dat iemand leeft uit zijn goederen.

Lukas 16:22-23

En het geschiedde, dat de bedelaar stierf, en van de engelen gedragen werd in den schoot van Abraham.

Romeinen 2:5

Maar naar uw hardigheid, en onbekeerlijk hart, vergadert gij uzelven toorn als een schat, in den dag des toorns, en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods.

Romeinen 5:21

Opdat, gelijk de zonde geheerst heeft tot den dood, alzo ook de genade zou heersen door rechtvaardigheid tot het eeuwige leven, door Jezus Christus onzen Heere.

Filippenzen 3:9

En in Hem gevonden worde, niet hebbende mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof van Christus is, namelijk de rechtvaardigheid, die uit God is door het geloof;

Jakobus 5:1-3

Welaan nu, gij rijken, weent en huilt over uw ellendigheden, die over u komen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain