Spreuken 11:23

De begeerte der rechtvaardigen is alleenlijk het goede; maar de verwachting der goddelozen is verbolgenheid.

Romeinen 2:8-9

Maar dengenen, die twistgierig zijn, en die der waarheid ongehoorzaam, doch der ongerechtigheid gehoorzaam zijn, zal verbolgenheid en toorn vergolden worden;

Spreuken 10:28

De hoop der rechtvaardigen is blijdschap; maar de verwachting der goddelozen zal vergaan.

Psalmen 10:17

HEERE! Gij hebt den wens der zachtmoedigen gehoord; Gij zult hun hart sterken, Uw oor zal opmerken;

Psalmen 27:4

Een ding heb ik van den HEERE begeerd, dat zal ik zoeken: dat ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des HEEREN, om de liefelijkheid des HEEREN te aanschouwen, en te onderzoeken in Zijn tempel.

Psalmen 37:4

En verlustig u in den HEERE, zo zal Hij u geven de begeerten uws harten.

Psalmen 39:7-8

En nu, wat verwacht ik, o HEERE! Mijn hoop, die is op U.

Psalmen 119:5

Och, dat mijn wegen gericht werden, om Uw inzettingen te bewaren!

Psalmen 119:10

Ik zoek U met mijn gehele hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen.

Spreuken 11:7

Als de goddeloze mens sterft, vergaat zijn verwachting; zelfs is de allersterkste hoop vergaan.

Jesaja 26:9

Met mijn ziel heb ik U begeerd in den nacht, ook zal ik met mijn geest, die in het binnenste van mij is, U vroeg zoeken; want wanneer Uw gerichten op de aarde zijn, zo leren de inwoners der wereld gerechtigheid.

Jeremia 17:16

Ik heb toch niet aangedrongen, meer dan een herder achter U betaamde; ook heb ik den dodelijken dag niet begeerd, Gij weet het; wat uit mijn lippen is gegaan, is voor Uw aangezicht geweest.

Mattheüs 5:6

Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden.

Hebreeën 10:27

Maar een schrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs, dat de tegenstanders zal verslinden.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain