Spreuken 13:21

Het kwaad zal de zondaars vervolgen; maar den rechtvaardige zal men goed vergelden.

Psalmen 32:10

De goddeloze heeft veel smarten, maar die op den HEERE vertrouwt, dien zal de goedertierenheid omringen.

Genesis 4:7

Is er niet, indien gij weldoet, verhoging? en zo gij niet weldoet, de zonde ligt aan de deur. Zijn begeerte is toch tot u, en gij zult over hem heersen.

Numberi 32:23

Indien gij daarentegen alzo niet zult doen, ziet, zo hebt gij tegen den HEERE gezondigd; doch gij zult uw zonde gewaar worden, als zij u vinden zal!

Psalmen 140:11

Een man van kwade tong zal op de aarde niet bevestigd worden; een boos man des gewelds, dien zal men jagen, totdat hij geheel verdreven is.

Spreuken 13:13

Die het woord veracht, die zal verdorven worden; maar wie het gebod vreest, dien zal vergolden worden.

Jesaja 3:10-11

Zegt den rechtvaardige, dat het hem wel gaan zal; dat zij de vrucht hunner werken zullen eten.

Handelingen 28:4

En als de barbaren het beest zagen aan zijn hand hangen, zeiden zij tot elkander: Deze mens is gewisselijk een doodslager, welken de wraak niet laat leven, daar hij uit de zee ontkomen is.

Romeinen 2:7-10

Dengenen wel, die met volharding in goeddoen, heerlijkheid, en eer, en onverderfelijkheid zoeken, het eeuwige leven;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain