Spreuken 14:22

Dwalen zij niet, die kwaad stichten? Maar weldadigheid en trouw is voor degenen, die goed stichten.

Spreuken 12:2

De goede zal een welgevallen trekken van den HEERE; maar een man van schandelijke verdichtselen zal Hij verdoemen.

Genesis 24:27

En hij zeide: Geloofd zij de HEERE, de God van mijn heer Abraham, Die Zijn weldadigheid en waarheid niet nagelaten heeft van mijn heer; aangaande mij, de HEERE heeft mij op dezen weg geleid, ten huize van mijns heren broederen.

2 Kronieken 6:8

Maar de HEERE zeide tot mijn vader David: Dewijl dat in uw hart geweest is, Mijn Naam een huis te bouwen, gij hebt welgedaan, dat het in uw hart geweest is.

Psalmen 25:10

Caph. Alle paden des HEEREN zijn goedertierenheid en waarheid, dengenen, die Zijn verbond en Zijn getuigenissen bewaren.

Psalmen 61:7

Hij zal eeuwiglijk voor Gods aangezicht zitten; bereid goedertierenheid en waarheid, dat zij hem behoeden.

Spreuken 3:29

Smeed geen kwaad tegen uw naaste, aangezien hij met vertrouwen bij u woont.

Spreuken 14:17

Die haastig is tot toorn, zal dwaasheid doen; en een man van schandelijke verdichtselen zal gehaat worden.

Spreuken 19:22

De wens des mensen is zijn weldadigheid; maar de arme is beter dan een leugenachtig man.

Jesaja 32:7-8

En eens gierigaards ganse gereedschap is kwaad; hij beraadslaagt schandelijke verdichtselen, om de ellendigen te bederven met valse redenen, en het recht, als de arme spreekt.

Mattheüs 5:7

Zalig zijn de barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden.

Johannes 1:17

Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden.

Treasury of Scripture Knowledge did not add

Public domain