Spreuken 15:23

Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd!

Spreuken 12:14

Een ieder wordt van de vrucht des monds met goed verzadigd; en de vergelding van des mensen handen zal hij tot zich wederbrengen.

Jesaja 50:4

De Heere HEERE heeft Mij een tong der geleerden gegeven, opdat Ik wete met den moede een woord ter rechter tijd te spreken; Hij wekt allen morgen, Hij wekt Mij het oor, dat Ik hore, gelijk die geleerd worden.

1 Samuël 25:32-33

Toen zeide David tot Abigail: Gezegend zij de HEERE, de God Israels, Die u te dezen dage mij tegemoet gezonden heeft!

Spreuken 16:13

De lippen der gerechtigheid zijn het welgevallen der koningen; en elkeen van hen zal liefhebben dien, die rechte dingen spreekt.

Spreuken 24:26

Men zal de lippen kussen desgenen, die rechte woorden antwoordt.

Spreuken 25:11-12

Een rede, op zijn pas gesproken, is als gouden appelen in zilveren gebeelde schalen.

Prediker 3:1

Alles heeft een bestemden tijd, en alle voornemen onder den hemel heeft zijn tijd.

Efeziërs 4:29

Geen vuile rede ga uit uw mond, maar zo er enige goede rede is tot nuttige stichting, opdat zij genade geve dien, die dezelve horen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd