Spreuken 15:3
De ogen des HEEREN zijn in alle plaatsen, beschouwende de kwaden en de goeden.
Jeremia 16:17
Want Mijn ogen zijn op al hun wegen; zij zijn voor Mijn aangezicht niet verborgen, noch hun ongerechtigheid verholen van voor Mijn ogen.
Hebreeën 4:13
En er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem; maar alle dingen zijn naakt en geopend voor de ogen Desgenen, met Welken wij te doen hebben.
2 Kronieken 16:9
Want den HEERE aangaande, Zijn ogen doorlopen de ganse aarde, om Zich sterk te bewijzen aan degenen, welker hart volkomen is tot Hem; gij hebt hierin zottelijk gedaan; want van nu af zullen oorlogen tegen u zijn.
Job 31:4
Ziet Hij niet mijn wegen, en telt Hij niet al mijn treden?
Jeremia 23:24
Zou zich iemand in verborgene plaatsen kunnen verbergen, dat Ik hem niet zou zien? spreekt de HEERE; vervul Ik niet den hemel en de aarde? spreekt de HEERE.
Job 34:21-22
Want Zijn ogen zijn op ieders wegen, en Hij ziet al zijn treden.
Spreuken 5:21
Want eens iegelijks wegen zijn voor de ogen des HEEREN, en Hij weegt al zijne gangen.
Jeremia 32:19
Groot van raad en machtig van daad; want Uw ogen zijn open over alle wegen der mensenkinderen, om een iegelijk te geven naar zijn wegen, en naar de vrucht zijner handelingen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd