Spreuken 19:13

Een zotte zoon is zijn vader grote ellende; en de kijvingen ener vrouw als een gestadig druipen.

Spreuken 21:9

Het is beter te wonen op een hoek van het dak, dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat in een huis van gezelschap.

Spreuken 27:15

Een gedurige druiping ten dage des slagregens en een kijfachtige huisvrouw zijn even gelijk.

Spreuken 10:1

De spreuken van Salomo. Een wijs zoon verblijdt den vader; maar een zot zoon is zijner moeder droefheid.

Job 14:19

De wateren vermalen de stenen, het stof der aarde overstelpt het gewas, dat van zelf daaruit voortkomt; alzo verderft Gij de verwachting des mensen.

Spreuken 17:21

Wie een zot genereert, die zal hem tot droefheid zijn; en de vader des dwazen zal zich niet verblijden.

Spreuken 17:25

Een zotte zoon is een verdriet voor zijn vader, en bittere droefheid voor degene, die hem gebaard heeft.

Spreuken 21:19

Het is beter te wonen in een woest land, dan bij een zeer kijfachtige en toornige huisvrouw.

2 Samuël 13:1-18

En het geschiedde daarna, alzo Absalom, Davids zoon, een schone zuster had, welker naam was Thamar, dat Amnon, Davids zoon, haar lief kreeg.

Spreuken 15:20

Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder.

Spreuken 25:24

Het is beter te wonen op een hoek van het dak, dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat in een huis van gezelschap.

Prediker 2:18-19

Ik haatte ook al mijn arbeid, dien ik bearbeid had onder de zon, dat ik dien zou achterlaten aan een mens, die na mij wezen zal.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd