Spreuken 21:23

Die zijn mond en zijn tong bewaart, bewaart zijn ziel van benauwdheden.

Spreuken 12:13

In de overtreding der lippen is de strik des bozen; maar de rechtvaardige zal uit de benauwdheid uitkomen.

Spreuken 13:3

Die zijn mond bewaart, behoudt zijn ziel; maar voor hem is verstoring, die zijn lippen wijd opendoet.

Spreuken 18:21

Dood en leven zijn in het geweld der tong; en een ieder, die ze liefheeft, zal haar vrucht eten.

Spreuken 10:19

In de veelheid der woorden ontbreekt de overtreding niet; maar die zijn lippen wederhoudt, is kloek verstandig.

Spreuken 17:27-28

Wie wetenschap weet, houdt zijn woorden in; en een man van verstand is kostelijk van geest.

Jakobus 1:26

Indien iemand onder u dunkt, dat hij godsdienstig is, en hij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart verleidt, dezes godsdienst is ijdel.

Jakobus 3:2-13

Want wij struikelen allen in vele. Indien iemand in woorden niet struikelt, die is een volmaakt man, machtig om ook het gehele lichaam in den toom te houden.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain